Resultaten na uitvoer
Bij veel bouwblokken binnen U-Turn Studio, wordt er een set aan data gegenereerd. Denk aan het aanroepen van een applicatie om data op te halen of een set met bewerkte gegevens (denk aan filtering). De uitkomst en definitie van deze data ligt vast in het tabblad “Resultaten na uitvoer”.
In dit tabblad zie je een overzicht van alle velden die verwacht worden nadat het bouwblok is uitgevoerd. Hierin zie je een ID, het datatype en de naam van de kolom.

Een aantal typen bouwblokken bevatten meerdere varianten. Vaak zijn dit de bouwblokken waarmee data verstuurd wordt. Dit zijn de resultaten voor wanneer de uitvoer goed is gegaan (Resultaat succesvol uitgevoerd) en wanneer de uitvoer fout is gegaan (Resultaat fouten). Zowel de resultaten na uitvoer van de geslaagde uitvoer als de gefaalde uitvoer bestaat uit de originele kolommen (kolommen van de dataset die verstuurd is), aangevuld met het resultaat dat terugkomt van de uitvoer. Vaak is dit bijvoorbeeld een foutcode of een foutmelding.
Het resultaat hiervan is dat een bouwblok meerdere verwijzingen kan hebben. Wanneer je in een bouwblok naar een ander bouwblok verwijst zie je dat de betreffende dataset meerdere varianten kan hebben. In het voorbeeld hieronder is een bouwblok gebruikt voor het versturen van data naar een applicatie. Hieruit zijn twee resultaten gekomen, namelijk ‘[naam bouwblok] succes' en '[naam bouwblok] fouten’. Doordat deze varianten afzonderlijk te benaderen zijn is het mogelijk om een vervolgcomponent uit te voeren die bijvoorbeeld alleen maar iets doet met de regels die fout gegaan zijn.

Logsleutel
Bij de ‘Resultaten na uitvoer’ is het mogelijk om een logsleutel vast te leggen. Dit is een veld of combinatie van velden waarmee je inzichtelijk kan maken welke dataregel verwerkt is.

Hier kan je één of meerdere velden aanklikken om onderdeel te zijn van de logsleutel, deze mag ook leeg blijven.
Wanneer je de logsleutel ingesteld hebt op een dataset, wordt deze weggeschreven op het bouwblok die de data verwerkt.
Voorbeeld:
Je hebt een flow met AFAS Profit ophalen - Berekende kolommen (die kijkt naar het resultaat van AFAS Profit ophalen) - AFAS Profit update (die kijkt naar het resultaat van Berekende kolommen). De AFAS Profit update gaat de regels uit de berekende kolommen naar AFAS versturen. In dit geval stel je dan de logsleutel in op het bouwblok Berekende kolommen, zodat je bij de AFAS Profit update gemakkelijk kan zien bijvoorbeeld welke medewerker of verkooprelatie verwerkt is.
Het resultaat van de logsleutel zie je terug in de dataset die ontstaat uit het bouwblok Logs - ophalen logregels. De kolom waar de logregel in staat heet ‘Business key’.